Stress
Stress wordt vaak gezien als iets negatiefs. Maar als je iets uitdaging noemt klinkt het al heel anders. Veel mensen voelen dat ook als zodanig. Toch blijft steeds een juiste balans tussen te veel en te weinig belangrijk om je goed te voelen. Immers, als je je te weinig uitgedaagd voelt, ga je je vervelen, maar met te veel voel je je al snel overbelast en minder prettig.
Met precies voldoende uitdaging daarentegen kun je je capaciteiten voluit benutten, wat een heel tevreden gevoel kan geven. Een bekend verschijnsel bij sporters en artiesten, maar ook wel voor iedereen herkenbaar. Je kunt stress dus in je voordeel laten werken. Of er sprake is van te veel, te weinig of juist genoeg stress, ligt voor iedereen weer anders. Dat is heel individueel bepaald, de één kan meer aan dan de ander, maar ook wisselt per individu door de tijd heen hoeveel stress iemand kan verdragen of juist nodig heeft.
Het wordt bedenkelijk als stress je een gevoel bezorgt dat je op allerlei dingen geen greep meer hebt (waar je dat eerder wel had). Daar verandering in aanbrengen is lang niet altijd makkelijk. Waar je ziet dat je voor jezelf ‘de lat wel wat erg hoog hebt gelegd’ kun je proberen die wat lager te leggen door het nagestreefde doel wat minder hoog op te schroeven. Als je dat kan combineren door dingen in je werk- en leefomgeving te veranderen, die spanningsverminderend werken ben je al een eind op de goede weg. Maar de invloed die je kunt hebben op je omgeving, zeker buiten je privésfeer, is vaak maar heel beperkt.
De oplossing van een stressprobleem zal dus vanuit je eigen stellingname moeten komen. ‘t Gaat erom hoe je reageert op uitdagingen. Naarmate je ze meer aankunt zul je je steeds beter voelen. Dat ‘reageren op’ houdt soms ook in, dat je dingen aan je voorbij laat gaan of naast je neerlegt. Soms ook gedeeltelijk honoreert of uitstelt tot later. Het betekent dat je de regie houdt, dat je je niet laat opfokken.
Stress kan dus zowel vóór als tegen je werken. Bij een juiste dosering voelt het goed, bij te veel wordt het gevaarlijk. Het verraderlijke daarbij is dat je ongemerkt door een kritische zone heen kunt gaan, waarvan sprake is als het niveau aan stresshormonen te hoog oploopt.
‘t Gebeurt maar al te vaak dat alarmreacties en voortdurend op je hoede moeten blijven je uitputten zonder dat je dat aanvankelijk merkt. In het begin kan het je (doordat je je zo energiek voelt) zelfs een kick geven (de zogenaamde adrenalinekick) terwijl je er (zeker in eerste instantie) geen flauw idee van hebt wat het je lichaam kost als zo ’n situatie langere tijd voortduurt. Er is dan sprake van een structurele hormonale ontregeling, bedoeld als voorbereiding op “vluchten of vechten”, die je lichaam langdurig tot actie aanzet en die je in de alarmfase nog wel een gevoel van daadkracht geeft maar wat op langere termijn leidt tot volkomen uitputting.
Immers je gaat, opgejaagd door de adrenaline, die bloeddruk en hartslag omhoog stuwt, steeds meer je best doen, waardoor je ook steeds vermoeider wordt, wat maakt dat je weer meer adrenaline nodig hebt, met als gevolg nog moeilijker tot rust komen. En juist dit laatste is noodzakelijk om nieuwe energie op te kunnen bouwen. Wat begint met hyperactiviteit door de hoge (tot actie aanzettende) adrenalinespiegels kan zo eindigen met overspanning en burn-out of hart- en vaatproblemen als gevolg van de (tot passiviteit leidende) tegenhanger: te hoge cortisolspiegels. En ook kan het uitlopen op ‘moderne stressziekten’ als chronische vermoeidheid en slapeloosheid, fybromyalgie en auto-immuunziekten.
Zo gevaarlijk kunnen dus die aanvankelijk niet voelbare reacties zijn op de verhoogde afscheiding van hormonen. Het lijkt, dit zo opsommend, alsof het onafwendbaar fout moet gaan. Maar, het goede nieuws, je hoeft geen speelbal te zijn van de omstandigheden; het gaat om je eigen opstelling daarin. Je innerlijke kracht maakt het verschil, en daarop heb je zelf invloed. Die kun je doelbewust versterken en daarbij ervaren dat dat nog leuk is ook.
Hoewel het natuurlijk wel zo is, dat de oorzaken van stress en burn-out niet altijd te vermijden zijn. Ze kunnen zowel binnen als buiten je eigen invloedssfeer liggen. Reden waarom van externe en interne stressoren gesproken wordt. Op externe stressoren heb je weinig of geen invloed. Ze kunnen betrekking hebben op de privé- of de werksfeer.
Stressvolle gebeurtenissen in de privésfeer kunnen heel divers van aard zijn, waarbij de dood van een partner en echtscheiding het hoogst scoren. Naast overlijden van naaste familie of vrienden kunnen er nog veel andere stressveroorzakers zijn: ontslag, pensioen, ruzies en diverse andere zaken, zoals ook heel veel vormen van geweld, die langdurige stressreacties tot gevolg kunnen hebben.
In alle gevallen echter is ook in deze specifieke situaties de mate van stress afhankelijk van hoe je tegen de gebeurtenissen aankijkt en hoe je omgaat met de gevolgen daarvan. Dit geldt ook voor werkstress als externe factor.
Interne stressoren kun je beïnvloeden en zelfs uitschakelen. Met name gaat het hierbij om overtuigingen en gewoonten. Het is daarom belangrijk de stressverschijnselen te herkennen en zonodig technieken te leren om daarmee om te gaan. Hoe stress zich kan voordoen weet iedereen wel en dat het lastig kan zijn ook, zowel voor jezelf als voor je omgeving: je kan last hebben van apathie (“balen”, down zijn), woede, onrust, slapeloosheid of slecht slapen, hoge hartslag, geïrriteerdheid (met overgevoelig, defensief, arrogant of ruziezoekend gedrag). Dit kan ook nog eens gepaard gaan met griepachtige verschijnselen als branderige ogen, het opeens heel warm krijgen, gevoelige lymfeklieren, hoofd- en spierpijn en ander lichamelijk ongemak als maag- en buikpijn, misschien zelfs wel een maagzweer.
Overigens is het niet zo dat het hebben van zo ’n enkel symptoom altijd betekent, dat je niet goed omgaat met stress. Alleen bij een combinatie van de genoemde verschijnselen, die langere tijd aanhoudt (als iets waarvan je weet dat het toch eigenlijk niet bij je hoort: “Vroeger was ’t er niet”) kan het zinvol zijn ze te zien als mogelijke waarschuwingssignalen en er om die reden aandacht aan te geven.
Er is een vloeiende overgang van zware stress naar een echte burn-out; van dit laatste is sprake na langdurige zware stress, wanneer normale regeneratieprocessen geblokkeerd raken.