Depressie
Bij een echte depressie gaat het om een abnormale stemmingsverlaging. Omdat de overgang van een normaal wat trieste stemming naar abnormaal geleidelijk gaat, zijn er algemeen aanvaarde maatstaven (zgn. diagnostische criteria) ontwikkeld aan de hand waarvan een arts kan bepalen of er nu wel of niet sprake is van een echte depressie. Om te kunnen spreken van een depressie moet de stemmingsdaling minimaal twee weken geduurd hebben en de ernst van de depressie is gerelateerd aan de stemmingsdaling (hoe meer, hoe erger de depressie).
Een ander belangrijk kenmerk is dat de depressieve stemming het functioneren op allerlei gebieden negatief beïnvloedt, dus niet alleen op emotioneel vlak, maar ook op lichamelijk en relationeel niveau. Het denken, eten, slapen, alles wordt beïnvloed.
Depressieve gevoelens kunnen tot uiting komen in gevoelens van grote vermoeidheid, verlies van energie. Ook kan er sprake zijn van gewichtstoename of juist -verlies, geen of juist teveel eetlust, slaapproblemen, en van een pessimistische visie op jezelf en op de toekomst. Er is een overheersend gevoel van waardeloosheid, van schuldgevoelens ook. Je kan niet goed meer denken door concentratieproblemen, en besluiteloosheid doet zich voor met een zekere mate van traagheid of juist van aanhoudende gejaagdheid en lichamelijke onrust. Je bent niet meer geïnteresseerd in anderen (waar je dat voorheen wel was) en je hebt geen zin meer in het ondernemen van activiteiten. Gevoelens van wanhoop kunnen overheersen al of niet met steeds terugkerende gedachten aan zelfmoord. Kenmerkend is ook de vergeetachtigheid.
Soms echter staan lichamelijke klachten als pijn, slapeloosheid, vermoeidheid en vermagering zo op de voorgrond, dat helemaal niet gedacht wordt aan een depressie. De somberheid als primair probleem valt minder op en kan maken dat de diagnose wordt gemist. Niet alleen jijzelf lijdt onder de depressie, maar ook je directe omgeving. Partner, gezin en familie voelen zich vaak erg machteloos omdat ze je niet kunnen bereiken.
Omdat het totale functioneren negatief wordt beïnvloed ligt het ziekteverzuim bij depressieve patiënten vrij hoog. Door de lichamelijke problematiek wordt ook een intensief beroep gedaan op de medische zorg, waaronder ook de dure specialistische, voor (voortgezet) hulponderzoek. Overigens geen reden om je voor te schamen. Depressie als ziekte krijg je zoals je ook elke andere (lichamelijke) ziekte krijgt, al is het verstandig als je probeert uit te zoeken of je depressie toch niet een reactie zou kunnen zijn op een bepaalde gebeurtenis of probleemsituatie.
Probeer er met iemand uit je omgeving over te praten. Accepteren dat je een depressie hebt, de tijd ervoor nemen en geduld hebben met jezelf kan helpen. Evenals maatschappelijk actief blijven, ga je niet isoleren. Ga op de normale tijd naar bed, maar sta ook op een normale tijd weer op. Zoek afleiding in voor jou ontspannende activiteiten. En ook lichaamsbeweging zoals fietsen, wandelen en zwemmen is zeker aan te raden.
Bij kinderen kunnen depressieve gevoelens in eerste instantie onopgemerkt blijven doordat de aandacht vooral uitgaat naar de (daar tóch uit voortkomende) gedrags- en leerproblemen, kortom opvoedingsproblemen.
Als eenmaal de diagnose depressie gesteld is, wordt dat vaak ervaren als een opgeplakt etiket waarvan je de consequenties maar moet dragen. Depressie is hoe dan ook een lichamelijke reactie en als zodanig te zien als een lichamelijke ziekte. Meer dan de helft van de depressieve patiënten blijkt een tekort aan Omega-3 vetzuren te hebben en er is sprake van een serotoninestoornis (vroeger werd gesteld dat een tekort aan serotonine de oorzaak van depressie zou zijn; tegenwoordig weet men dat het gaat om een veel complexere dynamiek tussen diverse factoren). Dit wat betreft de lichamelijke component.
Maar wat mensen zich meestal niet realiseren is, dat het toch óók gaat om een stemmingstoestand die je dus zelf (in elk geval) min of meer creëert en die je zeker kunt beïnvloeden. Je moet met je hersenen en je fysiologie iets doen om een depressieve gemoedstoestand te laten ontstaan. Je moet je iets speciaals voorstellen, tegen jezelf zeggen en op een bepaalde toon om depressief te kunnen worden. Dat namelijk leidt tot het specifieke emotionele resultaat van je depressief voelen. Onderneem je een andere mentale actie (door te werken met een andere interne representatie) en een andere fysieke actie (door gebruikmaking van een andere ‘fysiologie’ bijvoorbeeld lichaamshouding en adempatroon) dan leidt dat tot een andere ‘uitkomst’ dan je depressief voelen. Een andere representatie in het zenuwstelsel leidt tot een ander resultaat.
Aan allerlei stemmingen als extase, blijdschap, frustratie en dus ook depressie liggen hoe dan ook processen ten grondslag die je zelf bewust of onbewust aanstuurt. Zonder weet te hebben van het werkingsmechanisme gebeurt dat onbewust, wat je het gevoel kan geven, dat stemmingen je zo maar ‘overkomen’. Maar ben je je wel bewust van hoe ‘het werkt’ dan kun je er dus zelf invloed op hebben. Met betrekking tot ‘depressie als ziekte’ lijkt dit in tegenspraak met wat ik hier boven schreef over acceptatie. Dat is het niet. Wat ik bedoel is dat je toch vanuit de erkenning dat het voor nu wel even zo is, toch altijd weer vanuit deze positie een begin kan maken met je weer te herpakken. Zodat je weer stuurman/-vrouw wordt van je eigen leven. In wezen is het een stemming waar in en uit te stappen is. Daar zelf invloed op leren uitoefenen kan met therapie.