Stress

Stress is van oorsprong een Grieks woord, dat spanning betekent. Wat wij eronder verstaan is een fysieke, geestelijke en/of sociaal bedreigende situatie, die een kenmerkende (altijd hetzelfde verlopend), maar normale lichamelijke reactie ten gevolge heeft; de zogenoemde stressreactie. Die stressreactie zorgt voor een groot scala aan fysieke veranderingen (denk aan verhoging hartslag, verhoging spierspanning, toename alertheid), die in essentie erop gericht zijn lichaam en geest in zeer korte tijd optimaal klaar te maken voor een maximale (re)actie. Dit wordt de vlucht-, vecht- of freezereactie genoemd.

Stress wordt vaak gezien als iets negatiefs. Maar als je het uitdaging noemt klinkt het al heel anders. Veel mensen voelen dat ook als zodanig. Toch blijft steeds een juiste balans tussen te veel en te weinig belangrijk om je goed te voelen. Immers, als je je te weinig uitgedaagd voelt, ga je je vervelen, maar met te veel voel je je al snel overbelast en minder prettig. Met precies voldoende uitdaging daarentegen kun je je capaciteiten voluit benutten, wat een heel tevreden gevoel kan geven. Je kunt stress dus in je voordeel laten werken.
Deze soort stress wordt eustress genoemd; het helpt ons goed te functioneren in situaties die net iets meer van onze oplettendheid en/of snelheid vereisen dan gewoonlijk.
Om van eustress te kunnen spreken moet er eigenlijk sprake zijn van een bepaalde mate van enthousiasme, gretigheid en levenszin. Zonder dat is elke stress op termijn uitputtend. Daarnaast moet er voldoende afwisseling zijn met ontspannende activiteiten, rust en herstel. Of er sprake is van te veel, te weinig of juist genoeg stress, ligt voor iedereen weer anders. De één kan meer aan dan de ander, maar ook wisselt per individu door de tijd heen hoeveel stress iemand kan verdragen of juist nodig heeft.

Het omslagpunt van eustress naar stress bevindt zich vaak daar waar ‘negatieve’ emoties als angst, woede en nervositeit het winnen van ‘positieve’ emoties als enthousiasme en levensdrang. Ook daar waar iemand zijn lichaam niet (goed) meer voelt of niet meer voldoende vaak toegeeft aan zijn lichamelijke gevoelens, kan eustress overgaan in (negatieve) stress.

Stress gaat een probleem vormen wanneer
- de stress te lang en te hevig aanhoudt; er treedt dan op den duur fysieke uitputting op.
- er geen lichamelijke ontlading (activiteit) volgt, waardoor onder andere spieren te gespannen blijven.
- er geen, te korte, of te weinig diepe ontspanning volgt in aansluiting op een stressperiode. In de ontspannende fase treedt namelijk herstel en toename van de stressbestendigheid op.
- er onvoldoende periodes van eustress zijn. Dus wanneer factoren als enthousiasme en positieve levenszin te vaak ontbreken.

De oplossing van een stressprobleem zal vanuit je eigen stellingname moeten komen. Het gaat erom hoe je reageert op uitdagingen. Naarmate je ze meer aankunt zul je je steeds beter voelen. Dat ‘reageren op’ houdt soms ook in, dat je dingen aan je voorbij laat gaan of naast je neerlegt. Soms ook gedeeltelijk honoreert of uitstelt tot later. Het betekent dat je de regie houdt, dat je je niet laat opfokken.

Hoewel het natuurlijk wel zo is, dat de oorzaken van stress en burn-out niet altijd te vermijden zijn. Ze kunnen zowel binnen als buiten je eigen invloedssfeer liggen. Di is de reden waarom van externe en interne stressoren gesproken wordt.

Het gebeurt maar al te vaak dat bovengenoemde alarmreactie en het voortdurend op je hoede moeten blijven, je uitputten zonder dat je dat aanvankelijk merkt. In ’t begin kan het je (doordat je je zo energiek voelt) zelfs een kick geven (de zogenaamde adrenalinekick), terwijl je er (zeker in eerste instantie) geen flauw idee van hebt wat het je lichaam kost als zo ’n situatie langere tijd voortduurt. Er is dan sprake van een structurele hormonale ontregeling, bedoeld als voorbereiding op “vluchten of vechten”, die je lichaam langdurig tot actie aanzet en die je in de alarmfase nog wel een gevoel van daadkracht geeft, maar wat op langere termijn leidt tot volkomen uitputting.

De situatie wordt bedenkelijk als het je een gevoel bezorgt dat je op allerlei dingen geen greep meer hebt (waar je dat eerder wel had). Daar verandering in aanbrengen is lang niet altijd makkelijk. Waar je ziet dat je voor jezelf ‘de lat wel wat erg hoog hebt gelegd’ kun je proberen die wat lager te leggen door het nagestreefde doel wat minder hoog op te schroeven. Als je dat kan combineren door dingen in je werk-en leefomgeving te veranderen, die spanningsverminderend werken ben je al een eind op de goede weg. Maar de invloed die je kunt hebben op je omgeving, zeker buiten je privésfeer, is vaak maar heel beperkt.

Immers je gaat, opgejaagd door de adrenaline, die bloeddruk en hartslag omhoog stuwt, steeds meer je best doen, waardoor je ook steeds vermoeider wordt, wat maakt dat je weer meer adrenaline nodig hebt, met als gevolg nog moeilijker tot rust komen. En juist dit laatste is noodzakelijk om nieuwe energie op te kunnen bouwen. Wat begint met hyperactiviteit door de hoge (tot actie aanzettende) adrenalinespiegels kan zo eindigen met overspanning en burn-out of hart- en vaatproblemen als gevolg van de (tot passiviteit leidende) tegenhanger: te hoge cortisolspiegels. En ook kan het uitlopen op ‘moderne stressziekten’ als chronische vermoeidheid en slapeloosheid, fybromyalgie en auto-immuunziekten.

Zo gevaarlijk kunnen dus die aanvankelijk niet voelbare reacties zijn op de verhoogde afscheiding van hormonen. Het lijkt, dit zo opsommend, alsof het onafwendbaar fout moet gaan. Maar, het goede nieuws, je hoeft geen speelbal te zijn van de omstandigheden; het gaat om je eigen opstelling daarin. Je innerlijke kracht maakt het verschil, en daarop heb je zelf invloed. Die kun je doelbewust versterken en daarbij ervaren dat dat nog leuk is ook.

Het is daarom belangrijk de stressverschijnselen te herkennen en zonodig technieken te leren om daarmee om te gaan. Hoe stress zich kan voordoen weet iedereen wel en dat het lastig kan zijn ook, zowel voor jezelf als voor je omgeving: je kan last hebben van apathie (“balen”, down zijn), woede, onrust, slapeloosheid of slecht slapen, hoge hartslag, geïrriteerdheid (met overgevoelig, defensief, arrogant of ruziezoekend gedrag). Dit kan ook nog eens gepaard gaan met griepachtige verschijnselen als branderige ogen, het opeens heel warm krijgen, gevoelige lymfeklieren, hoofd- en spierpijn en ander lichamelijk ongemak als maag- en buikpijn, misschien zelfs wel een maagzweer.

Overigens is het niet zo dat het hebben van zo ’n enkel symptoom altijd betekent, dat je niet goed omgaat met stress. Alleen bij een combinatie van de genoemde verschijnselen, die langere tijd aanhoudt (als iets waarvan je weet dat het toch eigenlijk niet bij je hoort: “Vroeger was ’t er niet”) kan het zinvol zijn ze te zien als mogelijke waarschuwingssignalen en er om die reden aandacht aan te geven.

Er is een vloeiende overgang van zware stress naar een echte burn-out, van dit laatste is sprake na langdurige zware stress, wanneer normale regeneratieprocessen geblokkeerd raken.

 

behandelmogelijkheden