karakterstructuren

Een karakterstructuur is niet hetzelfde als een karakter. Het karakter wordt gevormd door ervaringen en invloeden van buitenaf in combinatie met de persoonlijkheidskenmerken van het kind. Een karakterstructuur of overlevingsstrategie gaat om het gedrag wat iemand vertoont om zich te beschermen in situaties die iemand bewust of onbewust als bedreigend, stressvol of moeilijk ervaart. Het is een beschermingsmechanisme in het nu, dat gebaseerd is op traumatische ervaringen in het verleden.

Iedereen herkent bij zichzelf wel levensthema’s die maar terug blijven komen, onprettige levenssituaties die zich blijven herhalen. Dit terwijl er op bewust niveau de onderkenning kan zijn, dat de emotie die gevoeld wordt en de gedachtes die aanwezig zijn, te groot zijn voor de feitelijke gebeurtenis. Maar toch zitten we erin gevangen.

Sommige situaties kunnen als een trigger werken voor het oproepen van zulke emoties, gedachtes of gedrag. Zo’n trigger activeert oude onverwerkte pijnlijke levenservaringen.Waar het dus kan lijken dat zulke gedachtes en emoties ‘zomaar’ op komen zetten en ons ‘overkomen’, is dat dus niet het geval.

Wanneer erkenning en verwerking van het oude en pijnlijke kan plaatsvinden, dan bepaalt het niet meer ons heden. Dit maakt het belangrijk om terug te gaan naar de oorsprong van traumatische ervaringen.

Het model van de karakterstructuren biedt hier een kader en methoden in. Het is een manier om menselijk gedrag in kaart te brengen en er schematisch naar te kunnen kijken. Hierbij natuurlijk altijd in het achterhoofd houdend dat deze manier van kijken zijn beperkingen kent.Een karakterstructuur beschrijft het geheel van pantseringspatronen in het lichaam: het bestaat uit een samenhang van lichamelijke en psychische kenmerken, standpunten (overtuigingen) en gedragspatronen als antwoord op iemands individuele levensomstandigheden.
Een karakterstructuur is een reactiepatroon op ervaringen die op zijn gedaan in bepaalde levensfasen. Wanneer een kind geconfronteerd wordt met ernstige chronische emotionele conflicten rond fundamentele behoeften (veiligheid, vertrouwen, vrijheid en geaccepteerd worden zoals je bent) kan dit een pijn geven die te groot is om te dragen. In aanvang geeft een kind nog aan dat het wat nodig heeft/iets mist, maar wanneer daarop negatief wordt gereageerd door de omgeving, dan zal het ander gedrag gaan vertonen: de behoeften zullen niet meer worden geuit en worden verdrongen.
Op het niveau van de geest gaan we ons verdedigen tegen de pijn door het conflict te verdringen, te rationaliseren, te ontkennen etc. Op lichaamsniveau gaan we de bedreigende gevoelens ook blokkeren, tegenhouden, inhouden: er ontstaat spierspanning en de ademhaling is niet meer vrij. Overlevingsstrategieën hebben invloed op adempatronen, spierspanning, lichaamshouding en beweging; dus op de vrijheid van je authentieke zelf.

Een karakterstructuur treedt alleen in werking onder spanning of stress.
Wilhelm Reich heeft 6 basistypen onderscheiden. Welke zich het sterkst ontwikkelt hangt af van de aard van de traumatische situatie en vooral van de leeftijd waarop het kind ermee geconfronteerd werd. Vaak herkennen we meerdere structuren en zal er ook, afhankelijk van de situatie, gereageerd worden vanuit verschillende karakterstructuren.

 

 

behandelmogelijkheden