ademhaling

Een gezonde ademhaling is een vrije ademhaling die vanzelf gaat. Ademen verloopt het meest natuurlijk in een lichaam dat in evenwicht is: ontspannen en krachtig. Bij baby’s en kleine kinderen is dit soms mooi te zien; alles ademt, het hele lijfje doet mee. Op de inademing gaat het buikje niet alleen naar boven, maar het verbreedt zich ook en ook in de rug en de benen wordt adembeweging waargenomen.

Er is een aantal belangrijke spieren/spiergroepen die nauw betrokken zijn bij de ademhaling:
Het middenrif: dit is een sterk, dun en spierachtig vlies, dat vast zit aan de onderkant van de ribben. Het scheidt de borstkas van de buikholte. Je zou de vorm van het middenrif kunnen vergelijken met een opengeklapte paraplu. Tijdens de inademing wordt de bovenkant van de paraplu plat door aanspanning van het middenrif, zodat lucht de longen in kan stromen. Wanneer het middenrif weer ontspant neemt het opnieuw de vorm aan van de paraplu en wordt er soepel uitgeademd. De beweging van deze spier kan variëren van 1 centimeter in rusttoestand tot 10 centimeter bij flinke inspanningen.

Borst- of tussenribspieren: deze spieren verbinden de ribben met elkaar. Als ze aanspannen tillen ze de ribben op (vergelijk het met de vleugels van een vliegende vogel), zodat de borstkas naar voren en wat opzij uitzet, en de lucht naar binnen wordt gezogen. Als de spieren weer ontspannen zakt de borstkas weer in en wordt de lucht naar buiten geperst. Deze spieren hebben ongeveer 20% meer energie nodig dan het middenrif. De beweging van de ribben (en dus de activiteit van de tussenribspieren) kan variëren van het lichtjes fladderen van de onderste ribben bij een rustige ademhaling, tot het mee gaan in de beweging van het bovenste deel van de borstkas, gedurende gemiddelde/ zware inspanning of bij angst of kwaadheid.

Additionele spieren: de nek- en schouderspieren worden gebruikt om het bovenste deel van de borstkas op te tillen, zodat het volume ervan toeneemt. Dit is voelbaar na het doen van inspannende oefeningen of bij zware inspanning. Bij volwassenen die vaker dan 20 keer per minuut ademhalen werken ze onophoudelijk.

Bij een normale en ontspannen ademhaling wordt 70% tot 80% van het werk door het middenrif gedaan en nemen de lagere borst- of tussenribspieren de rest van het werk op zich. De additionele spieren staan op afroep klaar voor uitzonderingssituaties bij inspanning of stress.

De adem is sterk verbonden met onze gevoelswereld; het vertelt ons iets over onszelf en onze manier van leven. Dit is terug te vinden in allerlei spreekwoorden en gezegdes: ademloos toekijken, een zucht van verlichting slaken, stikken van woede. De ademhaling is onlosmakelijk verbonden met de totaliteit van het menszijn: het reageert via het autonome zenuwstelsel op iedere druk van binnen- of buitenaf, het registreert alles en regeert op alles wat ons lichamelijk en psychisch beweegt.Een volledige ademhaling start bij de inademing diep onderin de onderbuik, waarbij er verbinding is met het bekken, de benen en ook de rug en ze gaat via het middenrif door naar hoog in de borstkas, waarbij er verbinding is met schouders, armen, nek en hoofd.Op de uitademing gaat de ademhaling deze weg weer terug.
Feitelijk gezien ademen we natuurlijk niet in onze buik, maar door deze intentie te leggen en doordat onze buik uitzet op de inademing, activeren we het onderste deel van onze longen. Door naar het middenrif, het middelste deel van de longen en naar de borstkas te ademen wordt het bovenste deel van de longen geactiveerd.

Diep ademen heeft een masserend effect op bloedvaten, spieren en organen en de zuurgraad van het bloed komt meer in balans. Het stimuleert daardoor de spijsvertering en de opname van voedingsstoffen in het lichaam. Ook stimuleert diep ademhalen de elektrochemische processen van elke cel en wordt er energie naar alle cellen gebracht.

 

 

behandelmogelijkheden