Paniekstoornissen
Hierbij gaat het om het herhaaldelijk zich voordoen van paniekaanvallen of om de voortdurende angst voor weer een nieuwe aanval. Dit laatste wordt anticipatieangst genoemd en vormt dikwijls een reden om allerlei situaties te vermijden (agorafobie). Je wordt overvallen door een plotselinge hevige angst (schijnbaar zonder aanleiding), waardoor je denkt te zullen doodgaan of op z ’n minst gek te worden (de zogenaamde catastrofale beleving).
Zulke aanvallen gaan vaak samen met verschijnselen als druk op de borst, hartkloppingen, tintelingen of een doof gevoel in tenen en vingers, ademnood, duizeligheid en een onwezenlijk gevoel door hyperventilatie.
Vermijdingsgedrag doet zich vaak voor, al of niet agorafobisch. Behalve de angst om bijvoorbeeld een hartaanval of een beroerte te krijgen is er vaak ook angst voor de sociale gevolgen zoals je belachelijk maken, alle aandacht op je gevestigd krijgen, jezelf niet meer in de hand hebben, het ‘in je broek doen’ van narigheid. Dus naast het vermijden van lichamelijke inspanning en opwinding (sporten, traplopen en seks) worden ook ruimten met veel mensen vermeden waar je niet weg kan. Met een paniekstoornis neig je er toe je aandacht steeds weer te richten op voor jou verontrustende lichamelijke sensaties. Moeilijk ademen leidt tot angst om te zullen stikken, hartkloppingen maken dat je bang bent een hartinfarct te krijgen, steken of kloppen in je hoofd is voor jou de voorbode van een hersenbloeding.
Je doorziet niet de vicieuze cirkel waarin je beland bent en je hebt geen oog voor de rol van de angst daarin, wat leidt tot een fout interpreteren van alles wat je voelt. Met het vermijdingsgedrag wil je bereiken dat het je beveiligt tegen alles waar je bang voor bent, maar je ontneemt jezelf daarmee ook de kans om te ervaren dat er niks met je zou gebeuren als je die dingen die je vermijdt toch zou doen. Met andere woorden je gedrag houdt je paniekstoornis in stand.
Cognitieve gedragstherapie biedt uitkomst bij het doorbreken van de vicieuze cirkel waar je in gevangen zit al of niet gecombineerd met RET/ACT om je zelf niet langer op te fokken met wat je tegen jezelf zegt. En als je wilt weten waar dat alles nou vandaan komt, dan kan hypnotherapie heel verhelderend zijn.
Ik begon dit stukje met ‘schijnbaar zonder aanleiding overvallen worden’ door die paniek, alsof het maar zo uit de lucht komt vallen en je in z ’n greep neemt. Die aanleiding is er wel, maar niet afleesbaar uit de op zich onschuldige gebeurtenissen die je paniek veroorzaken. Ze hebben alleen iets symbolisch in zich wat overeenkomt met een in je vroegste ontwikkeling opgeslagen emotionele herinnering in de amandelkernen, de amygdala. Met andere woorden de emotie is vastgelegd (niet het verhaal over wat de emotie veroorzaakte) en die wordt getriggerd door een bepaald aspect van iets in het heden. En dat maakt dat ineens patsboem een heftige emotie je volkomen onverwachts en voor jou niet verklaarbaar overvalt.
De amygdala vormen het startpunt in de keten van (hormonale) stressreacties. Ze zijn al voor je geboorte volgroeid en leggen op zuiver emotioneel niveau alle indrukken vast. Voor het verhaal wat bij een herinnering hoort is de hippocampus verantwoordelijk, die is pas vanaf je tweede levensjaar volgroeid. Vandaar ook dat je pas vanaf die tijd (vaak wat ruimer vanaf je derde jaar) je dingen uit je kindertijd kunt herinneren. Ik geef hier een gesimplificeerde weergave, het werkelijke nuanceringen aanbrengende systeem is iets ingewikkelder. Zo is bekend dat stresshormonen met name cortisol maken dat de hippocampus nog maar nauwelijks functioneert. Dit maakt dat wel de emotionele herinnering blijft hangen van iets extreem stressvols, maar vaak niet de feitelijke gebeurtenis.
Zo is te verklaren dat seksueel misbruik, fysieke mishandeling in het algemeen en emotionele verwaarlozing die zich in de vroege jeugd hebben voorgedaan soms volkomen vergeten lijkt. Je plotselinge angst wordt dus veroorzaakt door je amygdala die alarm slaan, en dat doen ze ‘liever onnodig veel dan te weinig’. Het is een overlevingsmechanisme.
Ik had het over die vermeende vergelijking tussen iets bedreigends uit het verleden en iets in de situatie van het moment. Dat werkt als volgt: stel dat je moeite hebt met het verdragen van de blik van anderen, waardoor je in sociale settingen onzeker en angstig wordt. Dat kan veroorzaakt worden door de onbewuste herinnering aan de geïrriteerde blik van je ouders toen je huilend in je wieg lag. Wat je toen niet volledig (gerijpt) kon doorvoelen, voel je nu in het heden (en je begrijpt jezelf niet). Je ziet dat bij alle vormen van onverklaarbare paniek. Je lichaam laat, alsof je in levensgevaar verkeert, op niet mis te verstane wijze weten ‘Maak dat je wegkomt’, zonder dat je snapt waarom. Want je weet in de meeste gevallen best wel, dat die paniek niet nodig is. Het is ook niet iets wat veroorzaakt wordt door de situatie in van dit moment, wat je nu wel duidelijk zal zijn. Er lijkt voor paniekaanvallen geen logische aanleiding aanwijsbaar.