Psychische klachten

Bij psychische klachten denken we meestal aan stress, piekeren, somberheid, angst(aanvallen), eenzaamheid, somberheid, geestelijke moeheid et cetera.
Het heeft in ieder geval altijd te maken met stemming, gevoelens en gedachten.

Onder “stemming” versta ik een emotionele toestand, die bepaalt op welke wijze je jezelf, de wereld om je heen en het heden en verleden ervaart. Je emotionele leven kent vele verschillende stemmingsdimensies. ’t Is normaal dat je regelmatig van de ene in de andere stemming overgaat. Dit kan variëren van uitgelaten blij tot triestig en somber of van daadkrachtig tot energieloos. Soms overheerst een gevoel van angst, dan weer voel je je overwegend veilig. Je kan in een agressieve en vijandige stemming zijn of juist een vredig harmonieuze stemming ervaren. Er is ook onderlinge beïnvloeding van stemmingen doordat ze elkaar kunnen versterken, afzwakken of zelfs uitsluiten. Bijvoorbeeld: je angstig en ‘depri’ voelen versterken elkaar, maar een blije en een verdrietige stemming gaan niet samen.

Bepaalde stemmingen laten zich niet zo makkelijk omschrijven als in de gegeven voorbeelden. Soms gaat het om onderling zo op elkaar lijkende soorten stemming (bijvoorbeeld apathie, triestheid, totale desinteresse voor wat dan ook) of een mix daarvan.

Al met al lijkt het bij een presentatie als hierboven of stemmingen je overkomen als weersomstandigheden, en zo reageren mensen er vaak ook op. Reacties als ‘Ik zal blij zijn als ik me weer beter voel’, ‘deze keer blijf ik er wel erg lang in hangen’, en  ‘ ’t zal wel weer een keer over gaan’ spreken boekdelen. Toch kun je zelf in hoge mate invloed uitoefenen op hoe je je voelt.

Wat maakt nou dat je in een bepaalde stemming komt? Je zult geneigd zijn (in overeenstemming met het bovenstaande) dan meteen iets te noemen wat zo ‘n stemming oproept. Vaak is dat dan een gebeurtenis van buitenaf. Of je zoekt het meer bij je zelf en zegt: “Het kwam door iets wat ik dacht of tegen mezelf zei.” En juist daar ligt een mogelijkheid tot beïnvloeding.

fysieke-klachten-goes-zeeland

Als stemmingswisselingen normaal en beïnvloedbaar zijn, wanneer spreek je dan van een stoornis? Wat je als storend ervaart hoeft nog geen stoornis te zijn in diagnostische zin. Dat wordt het pas als zo ’n verstoring chronisch je leven begint te ontregelen, zoals bijvoorbeeld bij kwaadheid of verdriet wat maar niet overgaat, of de oorzaak daarvan nou wel of niet bekend is. Ook onzekerheid, extreme verlegenheid en angstklachten vallen hieronder, evenals overmoed, misplaatst buitensporig zelfvertrouwen en overdreven vrolijkheid (het bekende: alles waar te voor staat…….).

En dan is er het veelvoorkomende ‘een beetje depri’ zijn, wat iedereen wel kent. Gaat het verder dan dat, en is er sprake van een echte depressieve stemming dan kan je niet meer op een normale wijze emotioneel reageren. Met onderliggende sterke gevoelens van spanning, angst en uiterste alleenheid is dan verder emotioneel gezien alles vlak, met een overheersend gevoel dat niks er meer toe doet. Niets is nog van belang voor je, niets interesseert je nog, je bent continu somber en lusteloos, en dingen waarvan je voorheen zo intens kon genieten doen je nu helemaal niks meer. Uiteraard zijn er omstandigheden waarin depressieve gevoelens normaal zijn, en waarin afwezigheid ervan juist zou wijzen op een stoornis.

Bij een normaal rouwproces bijvoorbeeld wanneer iemand overlijdt van wie je intens hebt gehouden, horen depressieve gevoelens. Maar ook in ruimere zin, bij alles wat je als verlies ervaart, zoals een stukgelopen relatie, het verliezen van iets waaraan je gehecht was, of het nou gaat om bezittingen, kapitaal, je baan of je gezondheid. Ook het besef, dat je een (al of niet te herstellen) foute keuze maakte (partner, opleiding, financieel product) of het besef dat je ‘vast’zit bijvoorbeeld in een saai beroep, door een lichamelijke handicap of in een huwelijk kan leiden tot depressieve stemmingen.